‘Voor ‘antikraak’ is wettelijke regeling nodig’

Ooit, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, waren er tienduizenden krakers in Nederland. Eigenaars begonnen, eerst nog mondjesmaat, hun toevlucht te nemen tot ‘antikraak’. Tijdelijke bewoning (niet te verwarren met tijdelijke verhuur) met een gebruikerscontract, waarin doorgaans een korte opzegtermijn was opgenomen. Leegstand en mogelijke kraak werden voorkomen en voor antikraak waren altijd gegadigden te vinden. Stichtingen en later commerciële bureaus sprongen in de groeiende markt en nu, zo’n 25 jaar later, zijn de cijfers omgekeerd. Kraken lijkt flink te zijn afgenomen, terwijl naar schatting 50.000 woningzoekenden hun toevlucht hebben genomen tot de mogelijkheden die tijdelijk beheer biedt.
Niet alleen particuliere eigenaars maken dankbaar gebruik van deze constructie, maar ook overheden en woningcorporaties. Dit is voor hen een ideale constructie om leegstand en daarmee vaak verloedering in bijvoorbeeld sloopbuurten te voorkomen, zonder een verplichting tot herhuisvesting of opzegtermijnen (dat kan binnen twee weken).Tienduizenden antikrakers hebben daardoor huisvesting, zij het dat duizenden elk jaar op korte termijn op zoek moeten naar een ander onderkomen. De betere bureaus waarschuwen hier uitdrukkelijk voor: een antikraker moet ‘iets achter de hand hebben’.
Je zou zeggen, iedereen tevreden. Wat de bonafide bureaus betreft, is dat ook zo. Er wordt ondertussen gewerkt aan een solide brancheorganisatie, er zijn bureaus met certificering en, zo zegt Camelot-woordvoerder Bob de Vilder: “We hebben er zelf belang bij dat alles klopt, van brandveiligheid tot de juridische onderbouwing. Overheidsorganisaties zijn belangrijke klanten van ons, dus wij zullen ons altijd aan alle regels houden.”
Maar een recente documentaire van Abel Heykamp (te zien op www.leegstandzonderzorgen.nl) werpt een ander licht op de zaak: de rechtspositie van bewoners zou bij tijdelijk beheer onvoldoende zijn uitgewerkt. Een gevoelig punt is bijvoorbeeld de in de Grondwet verankerde huisvrede. Hoeveel vrijheid mogen medewerkers van bureaus zich veroorloven bij huisbezoeken? Verder betalen antikrakers een niet altijd gespecificeerde bruikleenvergoeding. Komt dit gebruik in de buurt van huur? En er staan in gebruikersovereenkomsten veel bepalingen die de antikraker belemmeringen en plichten opleggen. Geen feesten bijvoorbeeld. En omgekeerd: ervoor zorgen dat het huis en eventueel de tuin er tiptop blijven uitzien.
Is een wettelijke regeling nodig met nauwkeurig beschreven bepalingen? Bastiaan van Perlo van de Huurdersvereniging Amsterdam en Paul Jeekel van bemiddelingsbureau Alvast geven hun standpunten.

EENS
“Wij zien graag een vorm van overheidscontrole op de tijdelijk beheerbranche.”

“Er zal zeker iets moeten gebeuren om de rechtspositie van antikrakers beter te regelen. Dat kan landelijk, maar ook op gemeentelijk niveau”, zegt Bastiaan van Perlo van de Huurdersvereniging Amsterdam. We zullen moeten voorkomen dat bureaus met elkaar concurreren over de ruggen van de tijdelijke bewoners. Je ziet nu al marktaanbiedingen waarbij de eigenaar zelf geen kosten meer heeft. De inkomsten moeten dan dus komen van de antikrakers.
Wij willen de gemeenteraad voorstellen om snel – mogelijk binnen een half jaar – tot een lokale regeling te komen. Dat kan door de bureaus onder te brengen in de al bestaande verordening op kamer- en woningbemiddelingsbureaus. In de vereiste vergunning kan je dan opnemen dat een bruikleencontract een ‘om niet’-constructie moet zijn. Laat de eigenaars er maar voor betalen. Het is natuurlijk wel redelijk om van de antikraker een vergoeding voor ozb en water en energie te vragen. Maar dat moet dan precies worden gespecificeerd. Verder moeten er goede afspraken worden gemaakt over huisbezoeken en de opzegtermijn mag van ons wel naar vier weken. Verder zien wij graag een vorm van overheidscontrole op de branche en de praktische toepassing van tijdelijk beheer.
Tijdelijk beheer voorziet in een behoefte en voorkomt leegstand, dat is waar. Het is ook prima dat bijvoorbeeld kunstenaars nu terechtkunnen in tijdelijk leegstaande kantoren en bedrijfspanden, maar eigenlijk zou het niet nodig moeten zijn. Je moet tijdelijk beheer voor eigenaars onaantrekkelijk maken, maar de optie zelf moet blijven bestaan. Een landelijke regeling hoeft dus niet noodzakelijk gecombineerd te worden met de regeling voor tijdelijke verhuur. Als dat laatste maar niet wordt uitgekleed.
We zouden de constructie graag voorleggen aan de rechter. Als een antikraker het wil, kunnen we samen een gebruikerscontract voorleggen. Overigens is er al enige jurisprudentie over de vergoeding en de verlangde tegenprestaties. Maar nog onvoldoende om van een juridische basis te spreken.”

Bastiaan van Perlo werkt bij de Huurdersvereniging Amsterdam (www.huurdersvereniging-amsterdam.nl)
ONEENS
“Je moet gewoon nette en flexibele tijdelijke bewoners selecteren”

“Leegstand zal er altijd zijn, met alle risico’s van dien, ook al verandert de wetgeving. De ingestorte bedrijven- en huizenmarkten zorgen nu zelfs voor meer en meer leegstand. Projecten en herontwikkelingen gaan steeds vaker niet door, waardoor de leegstand in de komende jaren nog verder zal toenemen, ook in half voltooide en oude panden. Eigenaren zoeken naar nieuwe oplossingen om leegstand te voorkomen en hun kosten te verminderen. Dat geldt ook voor bedrijfspanden. Eigenaars willen in bedrijfspanden ook het liefst tijdelijk bedrijfjes onderbrengen, dan blijft het zakelijk karakter van het pand behouden.
Alvast is een van de bureaus die oplossingen aanbieden aan eigenaars van leegstaande panden. De markt groeit natuurlijk met de toename van de leegstand mee. Natuurlijk zien veel ondernemers hier kansen, maar je kunt als dienstverlenend bureau alleen overleven als je goed inspeelt op de wensen van de eigenaren. Tijdelijk beheer is maar één van de opties. Je kunt er, zoals gezegd ook tijdelijk bedrijven in plaatsen, of leegstaande panden tijdelijk verhuren, of laten bewaken. Als je dat laatste door studenten laat doen is het meestal goedkoper dan een normale bewakingsdienst.
Kies je voor tijdelijk beheer, waar we het nu over hebben, dan is het volgens ons gewoon zaak om nette bewoners te selecteren. Ze moeten de constructie begrijpen en daarmee akkoord gaan. Ze tekenen ervoor. Wij kiezen mensen in de leeftijdscategorie tussen 18 en 26, dat zijn doorgaans de meest flexibele tijdelijke bewoners. De bedrijven die wij tijdelijk plaatsen worden uiteraard ook gescreend op integriteit en netheid.
Nogmaals, je kunt de wet aanpassen, maar leegstand blijft er altijd, met alle daarmee verbonden risico’s. Een bedrijf als Alvast biedt eigenaren zekerheid en woningzoekenden een dak boven hun hoofd. Tijdelijk beheer is een zaak van goed management en eerlijke afspraken.”

Paul Jeekel is met Jan-Hein Koetsier directeur van Alvast (www.alvast.nl)